Geschiedenis van ’t Mosterdzaadje

De Kerkweg heette nog Kerkepad toen in 1887 daar als eerste bebouwing ’t Mosterdzaadje verees.  Geen huizen, geen auto’s.  De dominee kwam met een koetsje naar het sobere kerkgebouwtje om te preken voor een groep Santpoortenaren die zich had afgescheiden van de Hervormde kerk omdat deze te vrijzinnig was geworden.
De Evangelisatie Vereniging «’t Mosterdzaadje» groeide mede door de uitbreiding van Santpoort in ledental en in 1905 werd een zijvleugel aangebouwd.  Maar reeds in 1929 werden er plannen gemaakt voor de bouw van een grotere kapel.  Dat werd de inmiddels afgebroken Pniëlkapel aan de Pastorieweg, die in 1938 werd ingewijd.

Het kerkje werd daarna een timmermanswerkplaats, later trappenfabriek van de familie Schilt.  Sanering in 1982 maakte aan deze bedrijvigheid een eind en toen het gebouwtje in handen van Pim Reiding en Paula Blom kwam, kreeg het opnieuw een functie van samenkomst. «Als kind was ik er jarenlang op weg naar school langs gelopen.  Ik kende het alleen als trappenfabriek.  Van de naam Mosterdzaadje had ik nog nooit gehoord.  Die naam stond wel in de advertentie waarin het pandje te koop werd aangeboden.  Een fascinerende naam.
Pim had al eens eerder steelse blikken geworpen op het pandje.  Zijn hobby, het restaureren van oude motorfietsen en old-timers, veroorzaakte een chronisch ruimtegebrek.  Zonder aarzeling werd de koop gesloten.  Een paar knap gerestaureerde MG’s werden daaraan opgeofferd.  Maar een sleutelplaats dicht bij huis is het niet geworden.»


Door 45 jaar stof en zaagsel heenkijkend waren we het snel met elkaar eens. In deze ruimte moest muziek gemaakt worden.

Pim en Paula

In die tijd waren we regelmatig te gast op huisconcerten bij de pianiste Marja Bon.  Elke keer genoten wij weer intens van de directe confrontatie met muziek en uitvoerenden.  Ook speelden wij zelf op recreatief niveau in allerlei gelegenheids-orkestjes en hadden veel muzikanten in de vriendenkring.
Met spontaan aangeboden hulp van directe buren aan de Kerkweg, togen wij aan het werk.  Aan onderhoud was nooit meer iets gedaan en bijna niemand kon geloven dat we er nog iets van zouden kunnen maken.
Toch lukte het om na een klein jaar keihard werken ’t Mosterdzaadje redelijk in de oude glorie te herstellen.  De vloer een lappendeken, het dak nog steeds aan vervanging toe.  We tikten een kolenkachel en een allesbrander op de kop, verzamelden overgebleven huisraad uit vuilnisschuit en op grofvuildagen, huurden een vleugel bij vioolbouwer Van Tongeren en openden op 12 mei 1983 de deuren van ’t Mosterdzaadje.

De belangstelling was groot.  De hele dag werd er muziek gemaakt en de Santpoortse kunstschilder  Joop Vermey wijdde de nauwelijks gedroogde muren in met een expositie van zijn schilderijen.  Van alle kanten werd ons succes toegewenst.  Van de stichting ‘De Drie Dorpen’ kregen we geld waarmee we 50 klapstoelen konden kopen.
Idealistisch dat waren we, en dat zijn we nog steeds.


Wat we wilden was een laagdrempelige concertzaal waar behalve muziek ook ruimte voor allerlei andere interessante dingen moest zijn.  In ieder geval de combinatie van muziek en kunst aan de muur.

’t Mosterdzaadje

Vrije toegang en na afloop een vrijwillige bijdrage leek ons een goede formule om een veelsoortig publiek binnen te krijgen.  Jong en oud, arm en rijk.
En omdat we ’t Mosterdzaadje ook als ontmoetingsplek zagen, besloten we het sociale element te bevorderen door vanaf een half uur voor aanvang koffie en thee te schenken.  Dan gebeurt er tenminste wat als je binnenkomt.  We kozen als vaste concertdagen de vrijdagavond en de zondagmiddag.

Reacties zijn afgesloten.