vrijdag 2 juli 2021 – 20.00 uur

Reynaert die zal Reynaert blijven
Christopher Kale – zang/verteller
Marco Magalhães, Fumitaka Saito, Ita Hijmans – blokfluit
15e-eeuwse muziek rond Reynaerts Historie (ca. 1417)
Het dierenverhaal spiegelt de maatschappij; het menselijke verhaal vertelt de muziek

Aventure ensemble voor middeleeuwse muziek

Aventure is de naam van het ensemble voor middeleeuwse muziek. Op vrijdag 2 juli om 20.00 uur treedt Aventure op in ‘t Mosterdzaadje met het 15e eeuwse muziekverhaal over Reynaert de Vos.
De leden van het ensemble zijn: Christopher Kale zang/verteller
Marco Magalhães, Fumitaka Saito, Ita Hijmans blokfluiten

Reynaert die zal Reynaert blijven

Toelichting

Reynaerts historie (ca.1417?), het tweede en uitgebreidere verhaal over Reynaert de vos, dankt zijn populariteit mede aan Goethe die er zijn Reineke Fuchs uit 1794 op baseerde.

Het Reynaert-verhaal zelf is niet op muziek gezet, maar in vroeg vijftiende-eeuwse liederen klinken wel dezelfde klachten over de perverse wereld, de hebzucht van mensen en onbetrouwbaarheid van machthebbers. Terwijl het satirische dierenverhaal de maatschappij spiegelt, vertellen de liederen het menselijke en persoonlijke verhaal, beschouwend of ronduit hilarisch. Een klankschap van het Vlaamse en Nederlandse gebied omstreeks 1400 klinkt om de liederen heen als het muzikale decor voor Reynaerts historie. De instrumentale fantasia’s uit de latere vijftiende eeuw zoals de Fochs schwantcz, Katczen pfote of Ratten schwantczverbeelden de dieren in muziek en geven het ‘tijdloze’ van Reynaert aan.

Hugo von Montfort en Oswald von Wolkenstein – beiden lagere adel uit Zuid-Tirol en belast met diplomatieke opdrachten voor de echte machthebbers – herinneren aan de middeleeuwse dichter-zangers. Hun werk is echter persoonlijker, mogelijk deels autobiografisch, wat voor ons nu de emotie tastbaar maakt. Bovendien meldt Hugo het bijzondere feit dat niet hijzelf maar zijn knecht Burk Mangolt (voor 1380-1430) ‘die daar heel goed in was’ de flamboyante melodieën voor zijn liederen maakte.

De ballade A discort en het rondeau Esperance circuleerden door Europa in brede kring en laten het gangbare meerstemmige geluid rond 1400 horen. A discort is onder andere overgeleverd in een Utrechts handschriftfragment en kreeg in centraal Europa de nieuwe geestelijke tekst, Virginem mire. Zo bleef het stuk in gebruik en arrangeerden instrumentalisten het in het midden van de vijftiende eeuw; wij spelen het gebaseerd op die versie. De tenorstem van Esperance staat gekrabbeld tussen archiefstukken uit Helmond. Die krabbels en het raamwerk van het alom bekende rondeau vormen de basis voor de versie die hier klinkt met een nieuwe contratenor en gevat in een instrumentaal jasje. Schwantcz-stukken worden de instrumentale fantasia’s met dierennamen genoemd, waarschijnlijk als verbastering van ‘Tanz’. Toch zijn het geen stukken om op te dansen geweest, maar juist de vroegste ‘vrij’ gecomponeerde fantasia’s voor instrumentaal ensemble. Kenmerkend is dat de verschillende stemmen elkaar ‘najagen’ en imiteren, steeds dichter op elkaar naar het einde toe. Misschien zit de gein in de staart? Het Brugse Gruuthusehandschrift geeft een fantastisch inzicht in de toenmalige maatschappij. Zo is de Capelaen van Hoedelem niet alleen grappig maar verklaart het verhaal het heersende wantrouwen jegens autoriteiten. Of horen we de morele boodschap in Ne gheen solaes – waarin een dame zich vergist in de naam van haar minnaar – men verbetert de vrouw niet met slaag! In Here God wi mach hem des beclaghen verzucht de dichter dat elk graag zijn deel van het geluk op aarde neemt, maar wát als dat niet lukt? ‘Stüblin’ staat naast de eenstemmige melodie Virginalis flos vernalis in het Locham Songbook. Die melodie bouwt voort op een oudere wereldlijke melodie en kent diverse instrumentale versies. Dit soort melodieën vertelt ons veel over hoe instrumentalisten in de vijftiende eeuw hun instrumentale arrangementen maakten. We zijn in hun voetsporen getreden en hebben op diverse melodieën in dit program hun methode toegepast. ‘Dits een rondeel’, het tekstloze refreinlied dat volgens de schrijver een ‘rondeel’ was, klinkt hier als instrumentaal arrangement. Het stamt uit een groot verzamelhandschrift met allerhande Middelnederlandse sproken en verhalen. Het zijn de alledaagse melodieën als dit ‘rondeel’ en Wir willent vreulich singen uit een ambtelijk register, die het klankschap rondom Reynaerts historie completeren.

Ita Hijmans

Luister ook de Podcast Leugens in het land – Vijftiende-eeuwse muziek rond Reynaerts historie

op www.aventure-ensemble.nl/podcast/.

Aflevering 1 The making of Reynaert die zal Reynaert blijven.

Aflevering 2 Dieren als spiegel van de mens en satire als maatschappijkritiek

Aflevering 3 Klokken & kooplui: vroeg 15e-eeuwse polyfonie rond Reynaerts historie

Reacties zijn afgesloten.