vrijdag 17 januari 2020 – 20.00 uur

Markus Blaaskwintet
Wim Markus – fluit
Harm Meijer – hobo
MarkTersteeg – klarinet
Jasper Bon – fagot
Ietsje Bontekoe – hoorn
Danzi, Nielssen, Hindemith, Jasper Bon

Het Markus kwintet een gepassioneerd blaaskwintet

Het Markuskwintet

Het Markuskwintet bestaat uit Wim Markus – fluit; Harm Meijer – hobo; Marnix van den Berg – klarinet; Ietsje Bontekoe – hoorn en Jasper Bon – fagot. Op vrijdag 17 januari om 20.00 uur zijn ze te gast in ‘t Mosterdzaadje.

Op het programma staan Danzi, Hindemith, Nielsen en Bon.

De musici van het Markus Blaaskwintet zijn gepassioneerde kamermuziekspelers. Hun doel is om het publiek telkens weer te verrassen met hun gloedvolle expressie en hun hechte samenspel. Zij zijn altijd op zoek naar oorstrelende werken van bekende en minder bekende componisten. Het Blaaskwintet speelt op podia in Nederland en heeft in de loop van de jaren een omvangrijk repertoire opgebouwd.

Wim Markus studeerde in Utrecht fluit bij Adriaan Bonsel en muziekwetenschap bij Eduard Reeser. Hij gaf les aan de Zeister Muziekschool. Aan het conservatorium van Amsterdam doceert hij muziek van de twintigste eeuw. Hij treedt regelmatig op als fluitist, stelde het Markus Blaaskwintet samen, en komt binnenkort met een publicatie over Adorno, Schönberg en Strawinsky.

Marnix van den Berg studeerde Informatica aan de TU Eindhoven en besloot daarna toch de muziek in te gaan. Hij studeerde klarinet bij Frans de Jong en Geert Baeckelandt aan het Brabants Conservatorium en studeerde in 2008 af. Sindsdien is hij werkzaam als docent en kamermusicus. Hij is dirigent van het Bosch Blazers Ensemble en regelmatig te horen als solist bij amateurorkesten in het midden van het land.

Jasper Bon studeerde naast piano, fagot bij Brian Pollard, Peter Gaasterland, Margreet Bongers, Louis van Nunen en Leendert Booyens. Sinds 2001 is hij vaste fagottist in het Promenadeorkest. Verder speelt hij bij Ensemble Esprit, Concerto Brabant en het Czaar Peter Operette Orkest.

Ietsje Bontekoe studeerde natuurkunde aan de TU Eindhoven en hoorn aan het Utrechts Conservatorium. Zij speelde in verscheidene beroepsorkesten als remplaçant. Ze was als hoorniste verbonden aan het RBO Sinfonia. Ze maakt deel uit van verschillende kamermuziekensembles, onder andere Ensemble Tricolore en het Markus Blaaskwintet. Tegenwoordig werkt ze als docent Hoorn en Trompet aan de afdeling muziek van het Utrechts Centrum voor de Kunsten en aan de Zeister muziekschool. Daarnaast houdt ze zich intensief bezig met de harmonie- en fanfaresector in Nederland. In dat kader is ze de initiatiefnemer en artistieke leider van het AdeZi (Adem en Ziel) waarbij amateurorkesten elkaar ontmoeten in gezamenlijke concerten en jonge talenten een kans krijgen om met orkest op te treden.

Toelichting concert Markuskwintet door Wim Markus

Geen muziek zo bont als een Blaaskwintet. De vijf instrumenten: fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot vullen elkaar aan, smelten soms samen, maar nemen ook, indien nodig, een contrasterende positie in. Uit dat laatste putten ze trouwens veel plezier. Niets fijner bijvoorbeeld dan juist niet te doen wat het andere instrument wel doet.

Het Markuskwintet werd opgericht in 2011 en maakte sindsdien wat wisselingen in de personele bezetting door. Maar wat bleef is de onvermoeide drive om een kleurig en attractief concert te verzorgen, waarin de verschillende aspecten in stijl, stemming en atmosfeer aan bod komen. We zullen het programma in omgekeerde volgorde langs lopen.

Een mooi voorbeeld van evenwicht en afwisseling vormt alvast het slotstuk van het aanstaande concert: het Blaaskwintet van de Deense componist Carl Nielsen. Dit munt uit in variabiliteit. Er is een afsluitende koraalachtige passage, waar eenheid heerst; maar hoeveel contrastrijkdom en muzikale eigenzinnigheid gaan niet aan die eenheid vooraf! Een tweespraak tussen hoorn en fagot; virtuoze capriolen van de klarinet die de clown uithangt; melancholieke uithalen in de althobo en overmoedig gekwinkeleer in de fluit. Het kwintet bestaat uit vier delen.

Vóór Nielsen wordt de Symfonische Kammermusik für fünf Bläser van Paul Hindemith gespeeld. Met deze titel wil de componist aangeven, dat zijn muziek een specimen is en deel uitmaakt van een project van grotere omvang, namelijk de muzikale cultuur via eenvoudige middelen vatbaar maken voor een begrijpelijk modernisme. Het werk stamt uit de tijd, dat in Duitsland op het gebied van de beeldende kunst het Bauhaus (1919-1933) floreerde. Dit is de periode van de “nieuwe zakelijkheid”. Er steekt een programmatische opzet achter het kwieke werk, dat trouwens niet alleen maar vrolijkheid kent, zo blijkt, maar bijvoorbeeld in deel 3 een afgemeten toon presenteert, waaruit rouw, droefheid en berusting spreken. Wat verder opvalt is, dat Hindemith er niet voor voelt om, traditiegetrouw, Italiaanse benamingen voor de delen te hanteren; vandaar de Duitse tempoaanduidingen, die wijzen op de hang naar een basale benadering zonder opsmuk.

Er zijn niet zoveel ensembles die zich een componerende fagottist rijk mogen rekenen. Daar is in het Markuskwintet nu juist wel sprake van. Van Jasper Bon wordt een avontuurlijk Blaaskwintet nr. 1 uitgevoerd, dat opvalt door een heel speciale, eigen lyriek die bij vlagen grillig is, maar altijd to the point. Melancholie, charme en humor werken er, op een energetische wijze, op elkaar in. Het virtuoze stuk dat met een Hoorn-motto begint, bestaat uit drie delen die in elkaar overgaan.

En ja, nu zijn we toch echt bij het begin van het programma aanbeland: bij de nestor van de Blaaskwintetcomponisten, de voortreffelijke Franz Danzi, aan wiens creativiteit de eerste bloeiperiode van het genre is te danken. Zijn kwintet in B-dur getuigt van fantasie en een immens vakmanschap, en het vierdelige werk representeert binnen de klassieke stijl een inhoud, die ook vandaag de dag nog springlevend is.

Reacties zijn afgesloten.