zondag 5 januari 2020 – 15.00 uur

Nieuwjaarsconcert
Beethoven
Patrick Hopper – piano
Sonate Op. 2 nr. 1, Sonate Op. 10 nr. 3, Sonate Op. 57 “Appassionata”

Met Beethoven het nieuwe jaar in

Het nieuwjaarsconcert in ‘t Mosterdzaadje is op zondag 5 januari om 15.00 uur in handen van de pianist Patrick Hopper die zijn programma aan Beethoven wijdt. In de drie sonates die uitgevoerd worden laat Patrick Hopper horen hoe Beethoven zich in denken en stijl ontwikkelt. De eerste en de laatste sonates in dit programma staan in dezelfde toonsoort, en bieden daardoor een fascinerende blik op de ontwikkeling van Beethoven’s muzikale wereld. Uitgevoerd worden Sonate opus 2 nr. 1, sonate opus 10 nr. 3 en Sonate opus 57 (Appassionata)

Beethoven heeft ons veel te vertellen.

Patrick Hopper, schrijft over dit programma:

Aan het eind van de achttiende eeuw begon het denken over het doel van de kunst te veranderen. Niet meer werd muziek beschouwd als een aangename tijdverdrijf en de versiering van een beschaafde maatschappij. Kunst begon steeds meer een vehikel te worden voor een persoonlijke zoektocht naar de betekenis van het leven. Beethoven omarmde deze filosofie algeheel en in de drie sonates in dit programma zien wij hoe zijn denken en muzikale stijl zich ontwikkelen.

Beethoven was al een gevierde pianist in Wenen, bekend om zijn onnavolgbare improvisaties, bijna duivelse techniek en buitensporige emotionele uitbarstingen aan het klavier. Met de drie sonates Op. 2 en de Trio’s Op. 1 stelde hij zich echter voor het eerst als componist voor bij het grote publiek. (De kleine sonates uit zijn tijd in Bonn telde hij niet echt mee in zijn oeuvre, en die hebben geen opusnummer ontvangen.)

De eerste sonates werden gecomponeerd terwijl Haydn in Londen verbleef, en Beethoven stiekem contrapuntlessen bij Albrechtsberger volgde. Desalniettemin droeg Beethoven zijn Op. 2 aan Haydn op. Meteen al in de eerste sonate zien wij dat Beethoven bekende ideeën van de tijd nam (waaronder een ‘Mannheimer Rakete’ aan het begin van het stuk) maar daar snel iets anders van maakt — hij zoekt meteen de grenzen op. Wat de oude, vermoeide Haydn hiervan gemaakt heeft, weten wij niet, maar hij was in het algemeen heel positief over de composities van Beethoven.

Er zit maar een paar jaar tussen de Op. 2 (1795) en Op. 10 (1796-98) sonates, maar in de laatste van de drie is het duidelijk dat Beethoven een stuk verder is in de ontwikkeling van zijn muzikale techniek en ideeën. Hij is een meester aan het worden van het ‘smeden’ van muzikale materiaal — het ontwikkelen en transformeren van motieven tot een samenhangend geheel, waarachter toch een ‘boodschap’ schuilt die enorme zeggingskracht heeft. Beethoven’s muziek is tegelijk aards en verheven, een beetje zoals de buiten- en binnenkant van hemzelf.

De sonate Op. 57 is in 1804-1805 gecomponeerd, een paar jaar na de ‘Heiligenstadt Testament’. Beethoven verbleef op een ‘vakantieadresje’ die zijn broer voor hem geregeld had in het dorpje Döbling, iets ten noorden van Wenen. Daar kon hij lange wandelingen in de natuur maken, iets wat hem altijd enorm inspireerde. De wereld van f klein, de toonsoort waarin deze sonate staat, geeft samen met de parallel Des groot tegelijk een donkere wereld waarin een zoektocht naar licht plaatsvindt. De bijnaam ‘Appassionata’ is door de uitgever bedacht, maar Beethoven had daar deze keer geen bezwaar tegen.

De eerste en de laatste sonates in dit programma staan in dezelfde toonsoort, en bieden daardoor een fascinerende blik op de ontwikkeling van Beethoven’s muzikale wereld.

Reacties zijn afgesloten.