CELLO EN PIANO
Maria Prokofieva – piano
Ketevan Roinischvili – cello
Beethoven, Saint-Saëns, Schumann, Tsjaikovski, Crumb, Cassado
Grote talenten uit Oost Europa

Op vrijdag 19 november om 20.00 uur geven de pianiste Maria Prokofieva en de celliste Ketevan Roinishvili een concert in ’t Mosterdzaadje. Op het programma staan Beethoven, Clementi, Saint-Saëns, Crumb, Tsjaikovsky en Cassadó.
Ketevan, maar iedereen zegt Ketti, komt uit Tbilisi in Georgië. Een muzikaal wonderkind dat reeds op het gymnasium solo concerten speelde. Door de beroemde Russische dirigent Lev Markiz is zij naar Nederland gehaald zij studeert nu in Amsterdam bij Dmitri Ferschtman. Zij won internationaal al ongelooflijk veel prijzen. Maria (iedereen zegt Masha), werd in Minsk (Wit-Rusland) geboren. Na haar afstuderen daar studeerde zij verder in Brussel en kwam voor haar Master diploma naar Amsterdam bij Naum Grubert. En zo leerden deze twee jonge zeer getalenteerde vrouwen elkaar kennen.
Ze openen het concert met de zeven variaties die Beethoven schreef op een duet uit de opera “De toverfluit” van Mozart. In “Bei Männern welche Liebe fühlen” geven piano en cello als in een dialoog een eerbetoon aan de liefde.
Daarna piano solo de sonate in C van Clementi. Deze Italiaans-Britse componist was één van de grootste in zijn tijd. Hij had contacten met Mozart en Haydn, maar was bevriend met Beethoven. Voor de ontwikkeling van de pianotechniek is hij heel belangrijk geweest. Doordat hij ook medefirmant was van een pianofabriek kon hij allerlei verbeteringen toepassen. Clementi’s techniek had invloed op Beethoven, Chopin en Liszt.
Van Saint-Saëns wordt De Zwaan uitgevoerd. Het beroemde ballet waar iedereen door geraakt wordt. De Zwaan is een onderdeel uit het Carnaval van de Dieren. En alleen dít stuk kreeg toestemming van de componist om als zelfstandig concertstuk uitgevoerd te worden.
Na de pauze de een deel uit de solo sonate voor cello van George Crumb. Met haar expressieve en technisch zo perfecte spel zal het publiek bijna vergeten adem te halen. Aansluitend speelt Masha twee stukken pianosolo van Tsjaikovsky, ‘Dumka’ en ‘Meditation’. En deze verfijnde stukjes, vol poëzie en sfeer zijn moeilijker te spelen dan men verwacht. We blijven bij Tsjaikovsky in de variaties die hij schreef voor cello en piano op een Rococo thema. Tsjaikovsky nam hiervoor zijn grote idool Mozart als uitgangspunt. Alle variaties komen achter elkaar en het is hard werken omdat er nauwelijks tijd tussendoor is om op adem te komen. Toch moeten ze nog wat energie overhouden want het slot is de Dans van de Groene Duivel van de Spaanse cellist Gaspar Cassadó. Een karakterstuk vol humor en virtuositeit. Een programma met veel afwisseling en bijzonder hoog niveau.