zondag 2 oktober 2011 – 15.00 uur

DE MUZIKALE FAMILIE ERDÖS
Boglárka Erdös – viool
Csaba Erdös – cello
Andrea Hornyák – piano

Het Sonate Duo Prometheus & de violiste Boglárka Erdös

familie Erdös

Op zondag 2 oktober om 15.00 uur treedt er in ’t Mosterdzaadje een bijzondere muzikale familie op. Vader Csaba Erdös – cello en moeder Andrea Hornyák – piano vormen samen al sinds hun jeugd het Sonate Duo Prometheus. Tegenwoordig voegt zich daar hun uitermate talentvolle dochter Boglárka bij. Op het programma staan Schumann, Tchaikovsky, Shostakovich, Myaskovsky en Popper.

De Hongaarse Andrea Hornyák en Csaba Erdös waren 14 jaar toen zij het Sonate Duo Prometheus oprichtten. De naam staat voor het vuur en de vlammende passie in hun spel. De pers roemt hun harmonie en meeslepende Hongaarse temperament. Na hun afstuderen (cum laude) in Boedapest vervolgden beiden hun opleiding in Amsterdam en Brussel. Sinds 1991 wonen en werken zij in Amsterdam.

De 14 jarige dochter Boglárka speelt vanaf haar 4e jaar viool en combineert gymnasiumopleiding met haar studie viool aan de Academie Muzikaal Talent waar ze les krijgt van Alla Kim. Zij won al veel eerste prijzen, zoals in 2010 bij de Nationale Iordens Viooldagen. In 2011 sleepte zij drie prijzen in de wacht waaronder de 2e prijs op het Nationale Finale van het Prinses Christina concours. Behalve in Nederland staat zij ook in het buitenland regelmatig op het podium. In september heeft ze op het slotconcert van het Jong Praag Festival gespeeld met het Hradec Králové Philharmonic Orchestra in het Rudolfium te Praag.

Het concert wordt door het Sonate Duo Prometheus geopend met de Fantasiestücke Op.73 van Schumann. Beroemde en geliefde stukken uit het jaar 1849, een heel productief jaar van Schumann. Zijn vrouw, de pianiste Clara Wieck zat van haar zoveelste kind zwanger aan huis gekluisterd en door werk te schrijven voor piano in combinatie met een ander instrument kon zij toch blijven musiceren.

Boglárka waagt zich vervolgens aan het moeilijkste concert ooit voor viool geschreven en speelt het eerste deel uit het vioolconcert van Tsjaikovsky. De violist aan wie Tsjaikovsky dit concert opdroeg, Leopold Auer, vond het onspeelbaar. Pas in 1881 vond de première plaats met de violist Adolf Brodsky. Een gezaghebbend Weens muziekcriticus vroeg zich af of Brodsky zichzelf niet gemarteld had met het spelen van zo’n moeilijk stuk. Toch werd het later blijvend populair.

Als familie in triovorm worden vervolgens 5 stukken van Sjostakovitsj uitgevoerd. Een mengeling van vrolijkheid en melancholie. Rode draad in deze korte stukjes is de knipoog naar zijn grote voorbeeld: Tsjaikovsky.

Na de pauze volgt de gevoelige sonate nr. 1 opus 12 van de Russisch componist Nikolay Myaskovsky. Hoewel in zijn tijd beroemd en bekend en schrijver van wel 17 symfonieën, wordt hij in Nederland nog weinig vertolkt. In de Hongaarse Rapsodie van David Popper kan het Sonate Duo Prometheus al hun virtuositeit en Hongaars temperament in kwijt.

Reacties zijn afgesloten.