zondag 13 december 2015 – 15.00 uur

ALTVIOOL & PIANO
Merel Hunfeld – altviool
Martijn Willers – piano
Schubert Arpeggione sonate en Brahms sonate nr. 1

Eindige levens, oneindige schoonheid

Merel Hunfeld en Martijn Willers

Het programma dat de altvioliste Merel Hunfeld en de pianist Martijn Willers op zondag 13 december om 15.00 uur in ’t Mosterdzaadje uitvoeren heet: “Eindige levens, oneindige schoonheid” . Daarmee doelen ze op de twee onsterfelijke sonates van Schubert en Brahms die het muzikale echtpaar gaan uitvoeren.

Over de Arpeggione sonate van Schubert:
In 1823 ontwierp Johann Georg Staufer, een Weense gitaarbouwer, een nieuw instrument. Het was een kruising tussen de gitaar (vorm, 6 snaren) en de cello (gestreken bespelen), en hij noemde het instrument de Arpeggione. Franz Schubert was gefascineerd door de nieuwe uitvinding, en componeerde in 1824 zijn beroemde sonate voor de Arpeggione. Het zou het enige bekende werk voor dit instrument blijven. De Arpeggione werd niet erg populair en wordt heden ten dage niet meer gebruikt. Toch zijn we Schubert erg dankbaar: deze sonate is wonderschoon, en wordt tegenwoordig veelal gespeeld op de altviool of de cello. Het is een werk dat karakteristiek is voor Schubert: we horen prachtige uitgesponnen melodieën, droefheid en lichtheid liggen dicht bij elkaar, en ook de grote lengte van het werk is typerend voor de Weense meester. Het is een van de latere werken van Schubert: drie jaar later zou hij op 31-jarige leeftijd bezwijken aan de gevolgen van syfilis….

Over de Sonate opus 120 van Brahms:
In 1894 hoorde Johannes Brahms de klarinettist Richard Mühlfeld spelen. Hij was gegrepen door de prachtige klank van de klarinet, en de schoonheid van het spel van Mühlfeld. En ondanks zijn besluit dat hij niet meer zou componeren zette Brahms zich aan zijn werktafel en componeerde een aantal van zijn absolute meesterwerken: het trio voor klarinet, cello en piano opus 114, het kwintet voor klarinet en strijkkwartet opus 115 en de 2 sonates voor klarinet en piano opus 120, welke hij (net als Schubert zijn Arpeggione sonate) vlak voor zijn dood voltooide.

Merel Hunfeld studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam bij Michael Gieler, en behaalde haar diploma in juni 2002. Ze zette haar studie voort bij Esther van Stralen aan de Hochschule für Musik in Bremen. Gedurende haar studie heeft Merel vele masterclasses gevolgd, o.a. bij Thomas Riebl (Amsterdam, Prussia Cove, Cartusiana), Toby Hofman (Amsterdam) en Phillipe Graffin (viool), Colin Carr (cello), Pascal Devoyon (piano) (Apeldoornse kamermuziekcursus). Aan het CvA volgde ze naast haar hoofdvaklessen regelmatig lessen bij o.a. Frans van Ruth, Mila Baslawskaja en het Parkany Kwartet. Merel is als altvioliste verbonden aan het Noord Nederlands Orkest. Daarnaast remplaceert ze regelmatig in verschillende orkesten in Nederland als de Radio Kamer Filharmonie en Holland Symfonia. Naast het orkestspel is Merel Hunfeld actief als kamermusicus in verschillende ensembles.

Martijn Willers is een veelzijdige Nederlandse pianist, die te vinden is op vele podia in binnen- en buitenland. Behalve dat hij met zijn vrouw Merel Hunfeld een duo vormt, speelt hij ook met de cellist Joris van den Berg (winnaar van het eerste Nationale Cello Concours in Amsterdam in 2006). Samen werden zij in 2014 de winnaars van de Dutch Classical Talent Award in het Concertgebouw in Amsterdam. Een groot tournee volgt langs de belangrijkste Nederlandse concertzalen en een cd-opname van de Sonatine van Dvořák (in samenwerking met Radio 4). Ook maakten ze een een tournee van 2 weken door China, met 9 concerten in vooraanstaande concertzalen in o.a. Peking, Shanghai en Xiamen. Martijn Willers werkt regelmatig samen met veel verschillende musici, waaronder Olivier Patey (soloklarinettist van het Concertgebouworkest), in uiteenlopende ensembles en bezettingen. Ook speelt hij elk jaar met veel plezier als repetitor met studenten en docenten tijdens de Internationale Masterclass in Apeldoorn. Daarnaast is ook lesgeven een grote passie van Martijn. Voor studiedoeleinden heeft hij een volledig gereviseerde Steinway & Sons vleugel uit 1919 in bruikleen, hem ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.

Reacties zijn afgesloten.