Werken van W. A. de Wijn ⓘ
Willem Abraham de Wijn — schilder (1902-1983)
Scheepsbouwkundig ingenieur Willem de Wijn moet rond 1930 als gevolg van de crisis in de scheepsbouw een ander weg inslaan en besluit zijn liefde en belangstelling voor de kunst tot zijn vak te maken. Hij volgt opleidingen in Parijs, o.a. bij René Munsch. In Haarlem wordt hij leerling van Henri Boot, en leert etsen van Dirk Harting. Rond 1950 verhuist hij naar Amsterdam.
Van Boot leert hij goed te kijken en wat hij ziet te vertalen naar het doek; penseelvoering, kleur, compositie, en lichtinval zijn van groot belang. De ingrediënten voor een stilleven, ogenschijnlijk toevallig neergezet, zijn altijd met zorg gecomponeerd. Hij schildert naar het leven; vorm, perspectief en schaduw moeten altijd kloppen.
Portretschilderen is vanaf de dertiger jaren een steeds terugkerend element dat hem zeer boeit, en waar hij veel energie in stopt. Zijn 15 zelfportretten geven door de jaren heen een mooi beeld van de ontwikkeling van zijn gelaat.
Behalve een schetsboek en een potlood, heeft hij altijd zijn vulpen met zwarte inkt bij zich. Ook zonder schetsboek is er altijd wel een stukje papier om ter plekke een vlotte schets te maken.
Hij is lid van verschillende genootschappen, waaronder Kunst Zij Ons Doel, exposeert met enige regelmaat en wordt vermeld in de Pieter Scheen.
Hij kent een grote
zeer gevarieerde groep opdrachtgevers
Zijn werk is aangekocht door
particulieren, het gemeentearchief Amsterdam, het Scheepvaartmuseum
in Amsterdam en het Maritiem Museum in Rotterdam.
Nadere informatie op wadewijn.nl. Daar staat ook de mogelijkheid voor bruikleen.